Een kijkje in het gezinshuis

Pleeggezin of gezinshuis

Jeugdigen een zo normaal mogelijke opvoeding geven in een gewoon gezin bij liefdevolle ouders, past bij hedendaagse inzichten over effectieve jeugdhulp. Ook de nieuwe Jeugdwet schrijft voor dat jeugdigen die voor kortere of langere tijd niet thuis kunnen opgroeien in principe opgevangen moeten worden in gezinsverband. Een pleeggezin ligt dan bij een noodzakelijke uithuisplaatsing als eerste voor de hand, maar is voor jeugdigen met complexe problematiek niet geschikt. Voor jeugdigen die intensievere zorg nodig hebben, zijn er gezinshuizen.

Ouder(s) als professionele hulpverlener

Een gezinshuis is een gezin waarvan minstens één van de ouders professioneel hulpverlener is; deze ouder heeft een passende, specifieke opleiding gevolgd. Dit betekent dat de jeugdige in een gezin woont en tegelijk de professionele hulp krijgt die het nodig heeft. Dat het zorgen voor de kinderen het werk is van (minstens één van beide) ouders is een verschil met pleegzorg.

In het gezinshuis lijkt het leven zoveel mogelijk op een ‘gewoon gezin’. Er zijn andere kinderen, soms ook eigen kinderen van de gezinshuisouders, het kind gaat naar school en neemt deel aan vrijetijdsbesteding. De gezinshuisouders zijn, samen met het behandelteam van Youké, verantwoordelijk voor de verzorging, behandeling, opvoeding en begeleiding van de kinderen.

Goede match

Elk gezinshuis is anders, zowel qua competenties, achtergrond als gezinssamenstelling. Sommige gezinshuizen zijn bijvoorbeeld goed in het werken met jonge kinderen die ernstige trauma’s hebben opgelopen en weinig tot geen vertrouwen meer hebben in de wereld om hen heen. Anderen zijn juist geschikt om tieners en jongvolwassenen op te voeden of voor te bereiden op zelfstandigheid. Er wordt voor opname een zorgvuldige match gemaakt tussen wat het kind nodig heeft om op te groeien en wat het gezinshuis te bieden heeft.

Gezinshuis Kracht van Verschil

Youké heeft inmiddels vijf gezinshuizen, in verschillende regio’s. Eén daarvan is het gezinshuis Kracht van Verschil van de familie Koopman in Leusden. Henry en Jeannet Koopman zijn in 2014 een gezinshuis gestart, met als doel kinderen en jongeren op te vangen en een warm nest te bieden. Ze geloven dat kinderen de toekomst zijn en daarvoor een stabiele thuissituatie nodig hebben. “Wij hebben het verlangen om deze jonge mensen te helpen hun kansen en mogelijkheden te ontdekken en te pakken om zo hoopvol de toekomst tegemoet te treden.” Op dit moment wonen er vier kinderen van 9 tot 13 jaar in het gezinshuis. Het huis is zo vormgegeven dat het voor alle kinderen een overzichtelijke en vertrouwde plek biedt waar ze mogen zijn. Er zijn bijvoorbeeld duidelijke regels en afspraken, een planbord met alle bezigheden en afspraken van iedereen, eens per maand een gezinshuisberaad, voldoende individuele aandacht, ruime mogelijkheid tot spelen in het huis en buiten. Daarnaast is er oog voor wat elk kind specifiek nodig heeft om zich veilig te voelen en zich optimaal te kunnen ontwikkelen. Elk kind wordt maatwerk geboden, met bijvoorbeeld therapie. De biologische ouders van de kinderen worden zo veel als mogelijk betrokken, zoals bij een gezamenlijke Sinterklaasviering in het gezinshuis. Henry en Jeannet volgen geregeld scholing, zoals recent over hechting en trauma, om hun professionaliteit op peil te houden. Ze ervaren dit als boeiend en verrijkend. “Je leert je nog meer invoelen in de beleving van kinderen en hun ouders als het gaat om opgroeien in verschillende gezinnen. Het geeft je veel begrip bij situaties die zich voordoen bij de kinderen.”

 

Een dag uit het leven van de familie Koopman

De wekker gaat om half 7. Henry staat op en gaat naar beneden om het eten klaar te zetten voor het hele gezin. De kids smeren zelf hun brood en het ontbijt wordt afgesloten met een gebed. Om 8.00 vertrekken de drie oudste kinderen per busje naar hun scholen in Zeist en Amersfoort. Jeannet brengt het jongste kind naar de basisschool in Leusden. Gelukkig kan dit gewoon op de fiets dankzij een extra onderwijs-arrangement, waarbij kinderen zowel onderwijs als gedragshulp krijgen.

Als de kinderen naar school zijn beginnen Henry en Jeannet aan hun ‘eigen’ dag. Jeannet gaat boodschappen doen en Henry kan zich voorbereiden op de coachingsgesprekken die hij heeft als de kinderen op school zitten. Aan het einde van de ochtend hebben Henry en Jeannet een evaluatiegesprek bij Youké Zeist. Tijdens dit gesprek wordt het hulpverleningsplan van een van de kinderen besproken. Hierbij zijn de gedragswetenschapper, gezinsbegeleider, gezinsvoogd en beide ouders van het kind aanwezig. Om 13.00 uur wordt er thuis gegeten, waarbij ook de stagiaire aanwezig is. De stagiaire ondersteunt Henry en Jeannet met de opvang van de kinderen en de huishoudelijke klusjes die komen kijken in zo’n groot gezin. Tijdens de lunch wordt het middagprogramma van de kinderen besproken. Terwijl de stagiaire begint aan het wegwerken van de was, checkt Jeannet haar e-mail en maakt de nodige afspraken rondom de therapieën van de kinderen.

Tegen drieën komen de oudste drie kinderen weer thuis en worden opgevangen door de stagiaire. Zij zorgt ervoor dat de kinderen een ‘halfuurtje schermtijd’ (computer, WII of tablet) nemen. Hierdoor kunnen de kinderen de drukte van de schooldag achter zich laten en komen ze tot rust. Een half uurtje later is iedereen weer thuis en wordt er met z’n zevenen thee gedronken. Dit is het moment waarop de verhalen van de dag op school komen en de rest van de middag wordt besproken. Daarna is het tijd om te spelen of huiswerk te maken. Alle kinderen doen ook aan naschoolse activiteiten. Zo brengt de stagiaire een van de kinderen naar de fysiotherapeut in het multifunctionele centrum om de hoek. En gaat een van de kinderen naar streetdance. Nu fietst ze nog samen met Henry, maar na nog een paar keer oefenen gaat ze het alleen proberen.

Om 18.00 uur is het tijd voor het avondeten. De tafel wordt altijd door één van de kinderen gedekt. Na het eten zet iedereen zijn eigen bord en bestek op het aanrecht. Samen met één van de kinderen wordt gezorgd dat de vaat in de afwasmachine komt en de tafel netjes wordt afgeruimd. Op het planbord is een duidelijk overzicht waarop staat welk kind welke taak heeft die dag. Elke avondmaaltijd begint en eindigt met een gebed, hierdoor ontstaat een heldere structuur voor de kinderen. Na het eten, rond 19.00 uur bellen een aantal kinderen hun ouders. Daarna gaan de jongste kinderen naar bed. Met de oudste wordt nog wat gedronken en een spelletje gespeeld voordat zij ook naar bed gaan. Tijdens het naar bed gaan wordt de dag nog even doorgesproken of wordt er voorgelezen uit een mooi boek. Eénmaal in de week wordt er een thema besproken, bijvoorbeeld over het samenspelen met andere kinderen. Of een boek over seksuele opvoeding.

Als iedereen op bed ligt checken Henry en Jeannet nog even hun e-mail en bekijken de activiteiten die de scholen van de kinderen aanbieden. Zo nodig zijn zij daarbij aanwezig.  Daarna is het tijd voor een momentje met z’n tweeën. Niet veel later gaan ook zij lekker naar bed, want morgen is het weer vroeg dag.